Emma van de Meerendonk
Adviseur DG Stikstof, Ministerie van Landbouw, Natuur en VoedselkwaliteitBOFEB-groep: september 2016
Emma van de Meerendonk is op dit moment adviseur bij het DG Stikstof van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Eerder was zij werkzaam bij de directie Algemene Economische Politiek van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de directie Macro-Economische Vraagstukken en Arbeidsmarkt van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Emma van de Meerendonk over haar BOFEB-jaar
'Omdat ik erg geïnteresseerd ben in politiek en maatschappelijke vraagstukken was werken bij de overheid een logische keuze. Van mijn stagebegeleider bij het Centraal Planbureau hoorde ik over het Economentraineeship BOFEB. Dit traineeship leek mij ideaal, omdat je in korte tijd veel leert over een groot aantal beleidsterreinen en een goed beeld krijgt van wat er op de verschillende ministeries gebeurt. Je oefent via praktijkopdrachten bovendien de werkzaamheden van beleidsmedewerkers, zodat je na de start van je stage onmiddellijk een goede nota kunt schrijven.
Tijdens het tweede halfjaar, dat ik doorbracht bij de directie Algemene Economische Politiek (AEP) van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, kwam het geleerde goed van pas. Het BOFEB-programma leert je om snel tot de kern van de zaak te komen. Bij een directie zoals AEP, waar je razendsnel een analyse van een bepaald vraagstuk moet kunnen maken, is dat erg belangrijk.
Vanaf dag een van mijn stage werd ik echt aan het werk gezet. Ik kreeg het onderwijsdossier. Dit hield in dat ik ‘mijn’ minister adviseerde over voorstellen die de minister van OCW in de ministerraad (of een van de ambtelijke vooroverleggen) agendeerde. Al gauw mocht ik me ook bezighouden met het koopkrachtdossier. Na het aantreden van het kabinet-Rutte 3 begon de discussie over de inkomenseffecten van het klimaatbeleid van dat kabinet. Als dossierhouder koopkracht kwamen de Kamervragen op mijn bordje. Deze discussie wordt niet alleen in de Tweede Kamer gevoerd, maar vindt ook plaats tussen verschillende ministeries, waarbij elk van de betrokken ministeries een eigen invalshoek heeft. Zo is het Ministerie van SZW vrij snel geneigd te zoeken naar mogelijkheden om burgers compensatie te bieden voor hun hogere energierekening, terwijl het Ministerie van Financiën als schatkistbewaarder daartoe veel minder geneigd is.
In 2019 ben ik gaan werken bij de directie Macro-Economische Vraagstukken en Arbeidsmarkt (MEVA) van het ministerie van VWS, als economisch adviseur van de minister in zijn rol als vicepremier. Een klein team adviseerde de minister over onderwerpen die niets met de zorg te maken hebben, zoals klimaat, luchtvaart en woningmarkt. Dat vond ik een leuke functie, omdat het team actief werd zodra onderwerpen in de politieke actualiteit belandden. Dit betekende ook dat wij vaak te maken hadden met korte deadlines, wat voor de nodige dynamiek zorgde. In 2021 volgde een overstap naar het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waar ik op dit moment adviseur ben bij het DG Stikstof.
Ik kan iedereen het Economentraineeship BOFEB van harte aanbevelen. Niet alleen omdat je tijdens het jaar waarin waarin je aan dit traineeschip meedoet ontzettend veel leert, maar ook omdat het gewoon heel erg leuk is. In korte tijd is mijn klasje een hechte groep geworden. Hoewel iedereen op een andere plek is gaan werken, hebben we toch nog regelmatig contact. Ook de alumnivereniging van het traineeship heeft meerwaarde: zij stelt je in staat om snel andere (oud-)deelnemers aan het programma te leren kennen tijdens borrels, inhoudelijke activiteiten, pubquizzen en studiereizen.'